Met deze functie kun je de kleuren van de respectieve weergaven van het echolood instellen. Hier kun je bijvoorbeeld de downscan-weergave instellen op grijstinten om de contrasten van de achtergrond gemakkelijk te zien.

De kleuren van de Hypervision kunnen ook hier afzonderlijk worden ingesteld in het opties menu onder tabblad Hypervision kleuren.

RealVision 3D heeft hier ook specifieke instellingen, die verder worden uitgelegd onder 3D Realvision.

Onder het tabblad "Diepte" kun je de dieptelijnen in het echoloodscherm tonen en verbergen.

Ook kan de diepte van het echolooddisplay handmatig worden ingesteld. Dit betekent dat de diepteschaal of de schaal van de echoloodweergave niet heen en weer springt tussen bepaalde schaalverdelingen. Dit kan handig zijn als je erg gestructureerd water hebt waar de diepteschaal vaak heen en weer springt tussen twee schaalverdelingen. De schaal blijft dus altijd hetzelfde, wat het bekijken makkelijker maakt.

Anders zit je goed met de "Auto" functie, want die werkt zeer betrouwbaar en snel.

Hoe groter de diepte van de schaal, hoe langzamer het beeld over de monitor rolt, omdat de schaal van het scherm groter wordt. Daarom moet de diepte altijd zo klein mogelijk worden ingesteld in de handmatige weergave om een gedetailleerde weergave te krijgen..