Met deze functie heb je de mogelijkheid om drie verschillende instellingen te gebruiken om nog meer details te halen uit het echoloodbeeld dat op dat moment wordt weergegeven. In de meeste gevallen is de automatische instelling van het echolood al erg goed, waardoor een handmatige instelling meestal overbodig is.

In sommige situaties is het echter zinvol om met deze regelaars te "spelen" om te zien of het echoloodbeeld nog beter kan worden weergegeven. Voorbeelden hiervan zijn zeer diepe wateren, extreem ondiepe wateren of wateren met een zeer hoog gehalte aan zwevende deeltjes.

Algemene instellingen kunnen niet worden aanbevolen. Maar om te begrijpen welke functie welk voordeel kan hebben, zijn er ook de "vraagtekensymbolen" die de functie van de afzonderlijke punten uitleggen, zelfs zonder de handleiding bij de hand te hebben.