My project-1(27).jpg

Een raster wordt gebruikt om het gebied te definiëren dat de boot moet bestrijken tijdens het registreren van de dieptes en GPS-gegevens om naderhand de dieptekaart te maken met behulp van de functie "Kaart Overlays Laden".

Om dit te doen, selecteer je de actie "Maak automatisch een raster", als je hier op hebt gedrukt, wordt je gevraagd om het gebied dat moet worden gemeten af te bakenen, door eenvoudigweg op de kaart zelf te klikken. Hier kun je een oneindig aantal punten gebruiken om de oppervlakte van het gewenste mapping-oppervlak aan te passen.

master.mobile-app-ci.c-t.info_8020_ (40).png

Zodra je dan weer op het eerste punt hebt getikt en het gebied dus hebt gesloten, kom je in het venster voor het maken van het raster. Hier kunt u de parameters voor het raster selecteren (uitlijning/rasterafstand). Vervolgens bevestigen en het raster wordt aangemaakt.

Uitlijning

Het wordt aanbevolen om de uitlijning zo te kiezen dat de boot zo groot mogelijke rechte lijnen vaart en zo min mogelijk bochten maakt, omdat veel bochten meer stroom vereist door de herhaalde versnelling.

Als je een nauwkeurige kaart wilt, kun je ook kiezen voor Horizontale & Verticale uitlijning, zodat de boot in een keer een meer gedetailleerde opname kan maken.

master.mobile-app-ci.c-t.info_8020_ (41).png

Rasterafstand

Hier kun je selecteren hoe ver de afstand tot elke vaarlijn moet zijn. Hoe kleiner de afstand, hoe meer lijnen er in het raster worden getekend en hoe meer de boot aflegt, waardoor de kaart nauwkeuriger wordt, maar ook de vaartijd toeneemt.

Voor een ruwe en snelle kaart kun je daarom beter een grotere afstand kiezen en voor een nauwkeurige kaart beter een kleinere afstand.

master.mobile-app-ci.c-t.info_8020_ (42).png

De volgende stap is om het mappingbestand een naam te geven. Het is belangrijk om logische en zinvolle namen te maken om later de mapping-bestanden makkelijk te kunnen opzoeken.